Schoolkerkdienst 1

Informatie over het verloop van de erediensten vindt u hier.

Erediensten

Activiteitenkalender

Voorganger : Dhr. J. Veltrop, Vianen

Aanvangstijd : 18:30


Zondagavond 21 april – Voorganger dhr. J. Veltrop - Vianen

Ouderling Arianne van Halm – de Rover

Welkom en mededelingen Shanna van Dalen

Organist Piet van der Meijden

Aanvangslied: Psalm 118: 1 en 9

1. Laat ieder 's Heren goedheid prijzen,
zijn liefde duurt in eeuwigheid.
Laat, Israël, uw lofzang rijzen;
Zijn liefde duurt in eeuwigheid.
Dit zij het lied der priesterkoren;
Zijn liefde duurt in eeuwigheid.
Gij, die den Heer vreest, laat het horen;
Zijn liefde duurt in eeuwigheid.

9. Dit is de dag, die God deed rijzen,
juicht nu met ons en weest verblijd.
O God, geef thans uw gunstbewijzen,
geef thans het heil door ons verbeid.
Gezegend zij de grote koning
die tot ons komt in 's Heren naam.
Wij zeeg'nen u uit 's Heren woning,
wij zegenen u al tezaam.

Stil gebed  -  bemoediging en groet

Eigen bundel 52: 1 en 2

1. Geprezen zij de Heer Die eeuwig leeft.
Die vol ontferming ieder troost en alle schuld vergeeft.
Die al het aards gebeuren vast in handen heeft.  - (Refr.).

Hem zij de glorie, want Hij Die overwon,
zal nooit verlaten wat Zijn hand begon.
Halleluja, Geprezen zij het Lam,
dat de schuld der wereld op Zich nam.

2. Verdreven is de schaduw van de nacht.
En wie Hem wil aanvaarden,
wordt eens veilig thuisgebracht.
Voor hem geldt ook dit wonder: alles is volbracht.  -  (Refr.)

Gebed bij de opening van het Woord

Lezing: Lucas 24: 13 - 32

13Wanneer u een feestmaal geeft, nodig dan armen, kreupelen, verlamden en blinden uit. 
14Dan zult u gelukkig zijn, juist omdat zij niets kunnen terugdoen. Want u zult ervoor beloond worden bij de opstanding van de rechtvaardigen.’
15Een van de andere gasten, die dit hoorde, zei tegen Hem: ‘Gelukkig al wie zal deelnemen aan de maaltijd in het koninkrijk van God!’ 
16Daarop zei Jezus: ‘Iemand wilde een groot feestmaal geven en nodigde tal van gasten uit. 
17Toen de dag van het feestmaal gekomen was, stuurde hij zijn dienaar naar de genodigden om tegen hen te zeggen: “Kom, want alles staat klaar.” 
18Maar een voor een begonnen ze zich te verontschuldigen. De eerste zei: “Ik heb net een akker gekocht, die ik beslist moet gaan bekijken. Neemt u mij niet kwalijk, ik kan niet komen.” 
19En een ander zei: “Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga ze keuren. Neemt u mij niet kwalijk, ik kan niet komen.” 
20Weer een ander zei: “Ik ben pas getrouwd en daarom kan ik niet komen.” 
21Toen de dienaar teruggekomen was, bracht hij zijn heer verslag uit. De heer des huizes ontstak in woede en zei tegen zijn dienaar: “Ga vlug de stad in en breng uit de straten en stegen de armen en kreupelen en blinden en verlamden hierheen.” 
22Toen de dienaar hem kwam melden: “Heer, wat u hebt opgedragen is gebeurd, en nog is er plaats,” 
23zei de heer tegen hem: “Ga naar de wegen en de akkers buiten de stad en haal iedereen binnen, want mijn huis moet vol. 
24Ik zeg jullie: niemand van de genodigden zal van mijn feestmaal proeven.”’
25Grote mensenmenigten trokken met Jezus mee. Hij wendde zich tot hen en zei: 
26‘Wie Mij volgt, maar niet breekt met zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broers en zussen, ja zelfs met zijn eigen leven, kan niet mijn leerling zijn. 
27Wie niet zijn kruis draagt en achter Mij aan komt, kan niet mijn leerling zijn.
28Want wie van jullie die een toren wil bouwen gaat niet eerst de kosten berekenen, om te zien of hij wel genoeg heeft voor de bouw? 
29Als hij het fundament gelegd heeft maar de bouw niet kan voltooien, zal iedereen die dat ziet hem uitlachen 
30en zeggen: “Die man begon te bouwen, maar afmaken kon hij het niet.” 
31En welke koning die eropuit trekt om met een andere koning oorlog te voeren, zal niet eerst bij zichzelf te rade gaan of hij wel met tienduizend man kan optrekken tegen iemand die met twintigduizend man tegen hem oprukt? 
32Als hij dat niet kan, stuurt hij eerst, wanneer de troepen nog ver van elkaar verwijderd zijn, een gezant om naar de voorwaarden voor vrede te vragen.

Gezang 218: 1, 2, 3 en 5

1. Ik zeg het allen, dat Hij leeft,
dat Hij is opgestaan,
dat met zijn Geest Hij ons omgeeft
waar wij ook staan of gaan.

2. Ik zeg het allen, en de mond
van allen zegt het voort,
tot over 't ganse wereldrond
de nieuwe morgen gloort.

3. Nu schijnt ons deze wereld pas
der mensen vaderland:
een leven dat verborgen was
ontvangen we uit zijn hand.

5. De donk're weg die Hij betrad
komt uit in 't hemelrijk,
en wie Hem volgen op dat pad,
worden aan Hem gelijk.

Verkondiging – thema “De weg van het geloof”

Samenzang: compilatie van ELB 262 en Psalm 119: 40  -  eerst zingen we uit de

Evangelische Liedbundel 262

Uw Woord is een lamp voor mijn voet
en een licht op mijn pad.
Uw Woord is een lamp voor mijn voet
en een licht op mijn pad.
Uw Woord is een lamp, uw Woord is een licht.
Uw Woord is een lamp voor mijn voet
en een licht op mijn pad.

Daarna direct gevolgd door Psalm 119: 40

40. Uw woord is als een lamp, een helder licht,
een schijnsel op mijn pad, een eeuwig baken
dat in de duisternis mijn schreden richt.
ik zwoer en ik begeer het waar te maken,
dat ik zal wand'len voor uw aangezicht,
dat ik uw recht zal roepen van de daken.

Vervolgens zingen we nog een keer ELB 262 (Uw Woord is een lamp voor mijn voet)

Uw Woord is een lamp voor mijn voet
en een licht op mijn pad.
Uw Woord is een lamp voor mijn voet
en een licht op mijn pad.
Uw Woord is een lamp, uw Woord is een licht.
Uw Woord is een lamp voor mijn voet
en een licht op mijn pad.

Geloofsbelijdenis

Eigen bundel 48

Heer, God, U loven wij.    Heer, U belijden wij.
Vader, in eeuwigheid zingt 't gans heelal Uw Naam.
Aarde en hemel, Heer, zingen blij Uw Naam ter eer
heel Uwe schepping door, eeuwig met 't engelenkoor:
Heilig, heilig, heilig is onze God, de Heer Ze-ebaoth.
Hemel en aarde zijn van Zijn grootheid vol.
Hemel en aarde zijn van Zijn grootheid vol.
Halleluja, halleluja, halleluja, halleluja. Amen.

Dankzegging en voorbeden, stil gebed en het “Onze Vader”

Collecten (bestemming wordt door de voorganger afgekondigd)

Eigen bundel 33: 1, 2 en 3

1. U zij de Glorie, opgestane Heer!
U zij de victorie, nu en immermeer.
Uit een blinkend stromen daald'een engel af,
heeft de steen genomen van 't overwonnen graf.  - Refr.

U zij de Glorie, opgestane Heer!
U zij de victorie, nu en immermeer.

2. Ziet Hem verschijnen, Jezus, onze Heer!
Hij brengt al de Zijnen in Zijn armen weer.
Weest dan volk des Heren, blijd'en welgezind  
en zegt telkenkere: Christus overwint!  -  Refr.

3. Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft,
Die mij heeft genezen, die mij vrede geeft.
In Zijn godd'lijk Wezen is mijn glorie groot.
Niets heb ik te vrezen in leven en dood. -  Refr.

Zegen wordt afgesloten met het zingen van 3x Amen