Erediensten
Activiteitenkalender
Voorganger : Ds. B. de Graaf, Waalwijk
Aanvangstijd : 09:30
Ouderling van dienst: Arjan Pullen
Organist: Hans van Oudheusden
Orgelspel
Welkom en mededelingen
De lantaarn van de kindernevendienst wordt aangestoken
We zingen Psalm 139: 8 en 14 (staande)
8. Ik loof U die mijn schepper zijt,
die met uw liefde mij geleidt,
Gij hebt mijn oerbegin aanschouwd,
in ’t diepst der aarde opgebouwd.
Niets blijft er voor uw oog verborgen.
Ja, Gij omringt mij met uw zorgen.
14. Doorgrond, o God, mijn hart; het ligt
toch open voor uw aangezicht.
Toets mij of niet een weg in mij
mij schaadt en leidt aan U voorbij.
O God, houd mij geheel omgeven,
en leid mij op den weg ten leven.
Moment van stilte (staande)
Votum en groet (staande)
Klein Gloria (staande)
Ere zij de Vader en de Zoon / en de Heilige Geest,
als in den beginne, nu en immer / en van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
Gebed van verootmoediging
We zingen Psalm 25: 4
4. God is goed, Hij is waarachtig
en gaat zijn getrouwen voor,
brengt, aan zijn verbond gedachtig,
zondaars in het rechte spoor.
Hij zal leiden ’t zacht gemoed
in het effen recht des HEREN:
wie Hem needrig valt te voet,
zal van Hem zijn wegen leren.
Woorden die wegen wijzen
We zingen Psalm 25: 2
2. HERE, maak mij uwe wegen
door uw Woord en Geest bekend;
leer mij, hoe die zijn gelegen
en waarheen G’uw treden wendt;
leid mij in uw rechte leer,
laat mij trouw uw wet betrachten,
want Gij zijt mijn heil, o Heer,
’k blijf U al den dag verwachten.
Gebed om de opening van het Woord en de verlichting door de Heilige Geest
Kinderlied NLB Lied 935
1. Je hoeft niet bang te zijn,
al gaat de storm tekeer,
leg maar gewoon je hand
in die van onze Heer.
2. Je hoeft niet bang te zijn
als oorlog komt of pijn.
De Heer zal als een muur
rondom ons leven zijn.
3. Je hoeft niet bang te zijn,
al gaan de lichten uit.
God is er en Hij blijft
als jij je ogen sluit.
We lezen uit de Bijbel Genesis 28: 10-19
10Jakob verliet dus Berseba en ging op weg naar Charan. 11Op zijn tocht kwam hij bij een plaats waar hij bleef overnachten omdat de zon al was ondergegaan. Hij pakte een van de stenen die daar lagen, legde die onder zijn hoofd en ging op die plaats liggen slapen. 12Toen kreeg hij een droom. Hij zag een ladder die op de aarde stond en helemaal tot de hemel reikte, en daarlangs zag hij Gods engelen omhooggaan en afdalen. 13Ook zag hij de HEER bij zich staan, die zei: ‘Ik ben de HEER, de God van je voorvader Abraham en de God van Isaak. Het land waarop je nu ligt te slapen zal Ik aan jou en je nakomelingen geven. 14Je zult zo veel nakomelingen krijgen als er stof op de aarde is; je gebied zal zich uitbreiden naar het westen en het oosten, naar het noorden en het zuiden. In jou en je nakomelingen zullen alle volken op aarde gezegend worden. 15Ikzelf sta je terzijde, Ik zal je overal beschermen, waar je ook heen gaat, en Ik zal je naar dit land terugbrengen; Ik zal je niet alleen laten tot Ik gedaan heb wat Ik je heb beloofd.’
16Toen werd Jakob wakker. ‘Dit is zeker,’ zei hij, ‘op deze plaats is de HEER aanwezig. Dat besefte ik niet.’ 17Eerbied vervulde hem. ‘Wat een ontzagwekkende plaats is dit,’ zei hij, ‘dit is niets anders dan het huis van God, dit moet de poort van de hemel zijn!’ 18De volgende morgen vroeg zette Jakob de steen die hij als hoofdsteun had gebruikt rechtop, en wijdde hem door er olie over uit te gieten. 19Hij gaf die plaats de naam Betel, maar voordien heette die stad Luz.
We zingen Gezang 21: 3
3. Welgelukzalig is ieder te noemen,
die Jakobs God als helper heeft!
Wat zou hem schaden, wie zou hem verdoemen,
die dag aan dag met Christus leeft?
Wie met de Heer te rade gaat,
die staat Hij bij met raad en daad.
Halleluja! Halleluja!
We lezen uit de Bijbel Johannes 1: 43-51
43De volgende dag besloot Jezus naar Galilea te gaan. Hij zocht Filippus op en zei tegen hem: ‘Volg Mij.’ 44Filippus kwam uit Betsaïda, uit dezelfde stad als Andreas en Petrus. 45Hij zocht Natanaël op en zei tegen hem: ‘We hebben de man gevonden over wie Mozes in de wet geschreven heeft en over wie ook de profeten hebben gesproken: Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazaret!’ 46‘Uit Nazaret?’ zei Natanaël. ‘Kan daar iets goeds vandaan komen?’ ‘Ga zelf maar kijken,’ zei Filippus. 47Jezus zag Natanaël aankomen en zei: ‘Dat is nu een echte Israëliet, een mens zonder bedrog.’ 48‘Waar kent U mij van?’ vroeg Natanaël. Jezus antwoordde: ‘Ik had je al gezien voordat Filippus je riep, toen je onder de vijgenboom zat.’ 49‘Rabbi,’ zei Natanaël, ‘U bent de Zoon van God, U bent de koning van Israël!’ 50Jezus vroeg: ‘Geloof je omdat Ik tegen je zei dat Ik je onder de vijgenboom zag zitten? Je zult nog grotere dingen zien.’ 51‘Werkelijk, Ik verzeker jullie,’ voegde Hij eraan toe, ‘jullie zullen de hemel geopend zien, en de engelen van God zien omhooggaan en neerdalen naar de Mensenzoon.’
We lezen uit de Bijbel Openbaring 3: 20 - 4: 3
20Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik binnenkomen, en we zullen samen eten, Ik met hem en hij met Mij.
21Wie overwint zal samen met Mij op mijn troon zitten, net zoals Ik zelf overwonnen heb en samen met mijn Vader op zijn troon zit. 22Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.” ’
1Hierna had ik een visioen. Er stond een deur open in de hemel. De stem die me eerder had toegesproken met het geluid van een bazuin, zei nu: ‘Kom hierboven, dan laat Ik je zien wat er hierna gebeuren moet.’ 2Op hetzelfde moment raakte ik in vervoering. Er stond een troon in de hemel en daarop zat iemand. 3Degene die daar zat had een uiterlijk als van jaspis en sarder, en rond de troon was een regenboog die eruitzag als smaragd.
We zingen Gezang 21: 7
7. Roemt dan, gij mensen, en lofzingt tezamen
Hem die zo grote dingen doet.
Alles wat adem heeft, roepe nu amen,
zinge nu blijde: God is goed!
Love dan ieder die Hem vreest
Vader en Zoon en Heilge Geest!
Halleluja! Halleluja!
Verkondiging – “Drie mensen… én een open deur in de hemel!”
We zingen NLB Lied 800: 1, 2 en 4
1. Wat zou ik zonder U geweest zijn,
hoe zou ik zonder U bestaan?
Ik zou ten prooi aan angst en vrees zijn
en eenzaam door de wereld gaan.
Mijn liefde tastte in den blinde.
Een afgrond lag in het verschiet.
En waar zou ik een trooster vinden
die werkelijk wist van mijn verdriet?
2. Een diepe nacht zou mij omvangen
waarna geen blijde morgen daagt.
Ik werd verteerd door wild verlangen,
door ’s levens maalstroom weggevaagd.
Ik zou alleen zijn, van het heden
en van de toekomst ongewis.
Wie kan er aarden hier beneden
als er geen open hemel is?
4. Godlof, een Heiland, een bevrijder,
vol liefde en macht heeft ons gered.
De Mensenzoon werd onze leider
en heeft ons hart in vlam gezet.
Toen ging voor ons de hemel open,
oorsprong en doel, zo ongedacht.
Geloven konden wij en hopen.
Wij wisten ons van Gods geslacht.
Dankzegging, voorbeden, persoonlijk gebed en Onze Vader
Inzameling van de gaven
1. Diaconaat en eredienst; 2. Zendingsproject – Jeugdwerk Filipijnen
We zingen NLB Lied 23c (staande)
1. Mijn God, mijn herder, zorgt voor mij,
wijst mij een groene streek;
daar rust ik aan een stille stroom -
en niets dat mij ontbreekt.
2. Hij geeft mijn ziel weer nieuwe kracht,
doet mij zijn wegen gaan,
de paden van gerechtigheid,
ter ere van zijn naam.
3. Al moet ik door het doodsravijn,
U gaat steeds aan mijn zij.
Ik vrees geen kwaad, uw herdersstaf
geeft steun en veiligheid.
4. Terwijl de vijand toe moet zien,
maakt U mijn tafel klaar.
U vult mijn beker, zalft mijn hoofd,
en redt mij in gevaar.
5. Uw trouw en goedheid volgen mij,
uw liefde, dag aan dag;
en wonen zal ik in Gods huis
zo lang ik leven mag.
Zegen (staande)
Orgelspel